Hallo Allemaal,
Ik heb sinds een half jaar dromen, ik vraag me af wat ze betekenen, want voor mijn gevoel slaap ik niet als ik deze 'dromen' heb. Ik ben de dag erna vaak erg moe, net alsof ik even op vakantie ben geweest! Ik ben blij met deze 'dromen' vind het interessant en zie ze zelf als adviezen. Als ik ze niet meteen opschrijf blijven ze maanden in mijn hoofd, soms kan ik na 4 maanden nog precies opschrijven wat ik een nacht ' gedroomd' heb. Ik ben benieuwd wat jullie denken dat het is, ik voeg een van de 14 dromen die ik tot nu toe gehad heb toe bij dit bericht.
23>24 juli 2012.
Ik ben in een grote boerderij, met mijn hele familie. Ik weet precies wie wie is maar ze zien er anders uit dan nu. We dragen allemaal schorten, en doeken geknoopt om ons hoofd. We hebben middeleeuwse kleding aan. Het is oorlog en Duitsers zoeken Joden. Oma is Joods. Ik ben heel jong en mijn broertje is 3 of 4 jaar oud. Mama ziet er ook heel anders uit maar ik weet dat het mijn moeder is. We hebben ook onderduikers en hoe jong ik ook ben ik weet dat het geheim moet blijven en dat die mensen gezocht worden. We delen met de hele familie 1 auto, een witte. Ook hebben we verderop nog een appartement. Daar gaan mijn broertje, oma en ik heen. We hebben meloenen gehaald. Een stuk of 7. We zitten aan de picknicktafel voor het appartement, en de auto staat er ook geparkeerd. Oma snijd de meloenen en we eten ze met zijn drietjes op. Voor ons is een groot weiland waar we over uit kijken. Ineens komt er een zwarte auto aan gereden.. ze stoppen voor ons en twee mannen met een snor en een stok stappen uit. Ze lopen naar ons toe, en vragen wat we met zoveel meloenen moeten. Oma valt stil.. en weet niets te zeggen, ze weet dat het Duitsers zijn en dat de mannen denken dat we zoveel meloenen gehaald hebben voor onderduikers. Ik verzin een verhaal en vertel het de mannen dapper, alsof er niks aan de hand is. Ook al voel ik de angst en spanning die er op dat moment is. De mannen kijken mij lang aan, ik blijf ze recht aan kijken en negeer de stilte die valt. ‘Bent u Lena? ‘ vragen de mannen aan mijn oma. (ik zou ook niet weten waarom mijn oma in de droom Lena heet, zo heet ze namelijk niet). Mijn oma knikte dat dat klopte. Ze pakten haar ruig vast en sleepten haar naar de achterbak van de auto. Daar gooiden ze haar er hard in, mijn oma kwam met haar nek en hoofd hard tegen het raam aan en gilde van de pijn. Ze reden weg, en mijn broertje en ik bleven achter. Mijn broertje raakte in paniek door het gegil van oma. Ik tilde hem op en besloot dat we maar moesten gaan lopen naar onze woonplaats, wat kilometers verderop was. Hij viel in slaap met zijn hoofdje op mijn schouder. Ik raakte uitgeput maar bleef lopen en bleef hem optillen. Ik zong zachtjes liedjes. Toen we na lange tijd eindelijk thuis kwamen was ik kapot. Mama rende ons tegemoet en huilde van blijdschap. Ze nam ons in haar armen en ik voelde me eindelijk veilig. We gingen naar binnen en aten wat. Ik vertelde over oma. De familie keek elkaar met een vreemd blik aan. Ik wist wat ze dachten.. dat ze oma nooit meer zouden terug zien. De tijd ging door, en maanden later speelde ik met mijn broertje en neefjes en nichtjes in de tuin. Er stonden appelbomen. Ineens kwamen er twee jongens in uniform aan. Ik wist meteen: dit zijn Duitsers en die gaan ons huis onderzoeken op onderduikers. Ik riep iedereen bij elkaar en zei snel naar binnen te gaan en de rest te waarschuwen. Ineens leek er een soort parcours te zijn in de tuin. Er waren allemaal stenen muurtjes achter elkaar met daartegenaan een ladder. De twee jongens waren nog jong. De een 16 en de ander 12. Die van 16 was gemeen en had een wapen bij zich. Ik en mijn broertje waren een muurtje voor hun. Ik wist dat ik echt eerder in huis moest zijn dan de twee Duitse jongens om de familie te waarschuwen. Ik had een groot verantwoordelijkheids gevoel. De jongste van 12 wist van de onderduikers en wilde mij helpen.. De jongen van 16 liet hem voor gaan op de ladders, die van 12 bedacht toen; als ik nou doe alsof ik steeds van die ladder afglijd en die ladder daardoor omvalt.. dan rek ik tijd en is het meisje er eerder als ons. Dat deed hij dus. Elke keer viel de ladder om en moest de 16 jarige hem weer tegen de muurtjes aanzetten. Ik klom snel de laatste ladder op en rende het huis in. De Duitsers mama! Ze komen eraan! Riep ik angstig. Iedereen bleef verstijfd staan en keek elkaar geschokt aan. De jongens kwamen binnen.. die van 12 was stil en stond half achter die van 16 jaar. De 16 jarige legde met een machtig blik zijn wapen op de tafel naast hem. ‘ Zooo, dames en heren! Wat staan jullie hier allemaal te kijken?’. Zei hij met een harde stem. ‘Breng ons Lena alstublieft!’. Zei mama verdrietig. Ik bekeek de situatie, en dacht.. ik moet dat wapen te pakken krijgen. De 12 jarige zag mij kijken naar het wapen en besloot me te helpen. Hij zorgde dat de 16 jarige bezig bleef en de andere kant op keek. Ik greep vlug het wapen en ging voor hem staan. Ik was heel wat koppen kleiner maar ik wist precies hoe ik moest kijken om hem bang te maken en hem onder mijn hoede te krijgen. ‘Je gaat hier nu weg en brengt ons oma’. Zei ik boos maar rustig. Toen zei de 16 jarige iets wat ik niet verwacht had.. ‘Jullie krijgen Lena alleen als het meisje hem een kusje geeft.’ Zei hij wijzend naar de 12 jarige en mij. Ik twijfelde geen moment en gaf de 12 jarige een kus. Terwijl ik het wapen op de 16 jarige gericht hield. ‘ hmm.. kom mee jullie.’ Zei de 16 jarige met een norse stem. We liepen naar buiten, waar hun zwarte auto stond. Hij deed de achterbak open, en daar lag oma.. haar handen en enkels vastgebonden met touw en sterk tape. In haar mond zat een grote prop papier, haar hele mondhoeken waren gescheurd en zaten vol bloed. Ze had een blauw oog. Haar haren waren klitterig en vies, ook met bloed erin. Ze had overal schrammen en blauwe plekken en was heel mager. Ze was maanden gemarteld.. Ze trokken haar uit de auto en ze viel met een harde dreun op de straat. Ze gaf geen krimp, ze leek haast verdoofd door alle indrukken en pijn van de afgelopen maanden. Ik rende naar oma toe, en keek de jongen boos aan. ‘Harteloos mens dat je bent!’ schreeuwde ik woedend met tranen in mijn ogen. Oma keek me intens verdrietig aan. Ik trok de prop papier zachtjes uit haar mond en ze snakte naar adem. ‘ Oh meisje toch, oh lief verstandig meisje toch.’ Fluisterde ze met schorre stem. Ik maakte haar polsen en enkels los en hielp haar overeind. Ze liep krom en greep naar haar buik. We liepen met zijn allen naar binnen toe en gaven haar eten en drinken. Toen ineens zag ik mezelf met mama in een zwembad, we zwommen onder water naast elkaar, ik keek mama aan. Ineens voelde ik iets verschieten in mijn linker been, en even later zat mijn been in rood gips. We liepen een oud gebouw uit, en kwamen papa en mijn broertje buiten tegen. We liepen met zijn vieren weg.
|