Hieronder wat gedichten van mij...
Kwientje
Ze steekt af tegen de oranje avondhemel
Gelukkig, tevreden
Kauwend op een grassprietje
Denkt ze terug aan haar verleden
Ze had toen geen fijn leven
Ze wilde daar niet zijn
Maar op een mooie dag
Kwam er een einde aan haar pijn
Ze steekt af tegen de oranje avondhemel
Gelukkig, tevreden
Kauwend op een grassprietje
Denkt ze aan het heden
Ze is terecht gekomen op een mooie plek
Er is liefde, respect
Er wordt van haar gehouden
Misschien wel het belangrijkste aspect
Ze mag spelen in de wei
Af en toe een buitenrit
Lekker meelopen in de les
Ze zit absoluut nog vol pit
Ze mag er zeker wezen
Vliegt over het zand
En al is ze dan wat op leeftijd
Haar levensvuur is nog niet uitgebrand
Haar oortjes stijf naar voren
Het lange pad komt al in zicht
Je voelt haar vragen, mag ik al?
Daar stuift ze, sneller dan het licht
Er is haar veel gegeven
Maar zij geeft anderen misschien wel het meest
Ze brengt liefde en vreugde
Zoveel, dat je soms vergeet wat je vreest
Ze steekt af tegen de oranje avondhemel
Dromend staat ze daar
Kauwend op een grassprietje
En ik houd van haar
Vuur
Het vuur in mijn hart brandt voor jou
Het zal niet doven, blijft je trouw
Ontvang warmte en licht uit mijn hart
Ook al is je leven nog zo hard
Wij zijn verbonden, door onze harten van vuur
Verbonden zullen we blijven, dit is puur
Harmonie
Geen woorden, niet praten
Maar mijn gedachten los laten
Ik leg mijn gezicht tegen haar lichaam
Voel haar warmte, het is zo aangenaam
Allebei zuchten we, het is zo fijn
Om in vrede met elkaar te zijn
We hoeven elkaar niets te zeggen
Ik kan mijn hand op haar hoofd leggen
En ze weet meteen wat ik bedoel
Wat er door me heen gaat, wat ik voel
Zo heerlijk om zo’n maatje te hebben
Elkaar intens liefhebben
Zo staan wij in harmonie
Wij voelen beiden de chemie
Vertrouwen, warmte, en begrip vooral
We helpen elkaar overeind na een val
Wij zijn één, jij bent mij en ik ben jou
Je ogen kijken mij aan, zo ontzettend trouw
Wat fijn om hier zo te staan
Lekker tegen mijn lieverd aan
Geen woorden, niet praten
Maar mijn gedachten los laten
De sterren, de maan en de zon
Als het even tegenzit
En je diep in de problemen zit
Als je heel verdrietig bent
En je hart geen vreugde meer kent
Denk dan aan de sterren en de maan
Die ’s nachts voor je aan de hemel staan
Denk dan aan de stralende warme zon
Die ’s ochtends opkomt aan de horizon
Zij stralen en schitteren, nu en altijd
Waar het lot jou ook naar leidt
Zij zijn er voor iedereen, dus ook voor jou
En blijven je voor altijd trouw
Van je geboorte tot je sterfdag zijn zij er
En ook al zijn ze ontzettend ver
Put maar hoop uit hun aanwezigheid
Verlos je van je eenzaamheid
Samen met de zon sta je ’s ochtends op
Jij hier op aarde, zij zoekt ’t hogerop
Samen met de sterren en de maan ga je slapen
Jij bent in hun aanwezigheid geschapen
Dus, niet getreurd, je hebt altijd gezelschap
Na een tijd van verdriet komt er ook blijdschap
Want achter de wolken schijnt de zon
Jouw stralende warme inspiratiebron
Het konijn
Het konijntje huppelt door het gras
Zijn oren bewegen vrolijk op en neer
Vrolijk stampt hij door een plas
De zon schijnt, want het is mooi weer
Hij gaat naar een vergadering
Samen met alle dieren van het bos
Normaal leeft hij in afzondering
Maar hiervoor laat hij zijn holletje los
De dieren zijn bijeengekomen
Er is een lief klein reetje kwijt!!
Verdwaald tussen de hoge bomen
Wie weet hoeveel het nu wel lijdt
De dieren gaan het reetje zoeken
Alle dieren van het bos
Leeuwen, mieren, koekoeken
Allemaal struinen zij door het mos
Maar hoe de dieren ook hun best doen
Zij vinden het beestje niet
En tussen al het mooie groen
Hebben de dieren veel verdriet
Tussen deze wenende dieren
Bevindt zich ook ons konijn
Graag zou hij nu een feestje vieren
Maar hij kan alleen verdrietig zijn
Plotseling gebeurt er iets
Dat niemand had verwacht
De goede fee verschijnt op haar fiets
Als lichtje in de nacht
Huil niet, dieren, huil toch niet
Het reetje is vlakbij
De dieren vergeten hun verdriet
Hun ogen lachen blij
Waar dan, fee, waar is de ree?
Waar is die arme schat?
Nou, kom allemaal maar mee
En ze kwamen, ook de rat
De fee leidde hen naar een mooie boom
En riep daar naar omhoog
Daar kwam het beestje al, wat sloom
Met het slaap nog in zijn oog
Ik was zo moe legt het beestje uit
Zakte bijna door mijn pootjes
Ik dacht, als ik nu mijn ogen sluit
Droom ik fijn van beukennootjes
Maar was ik op de grond gaan slapen
Dan werd ik vast vermoord
Door een jager met een wapen
Of een roofdier uit een kil oord
En toen ik naast de boom hier stond
Kwam daar de goede fee
Zij bracht mij heel hoog van de grond
En ging toen weer naar benee
Geslapen heb ik, heel erg lang
Mijn dromen waren fijn
Hoog in de boom was ik niet bang
Ver van leed en pijn
Hierop gaat de fee de lucht in
Zet het diertje op de grond
Iedereen juicht, de kat, de spin
De tijger, het schaap, de hond
Laten we een feestje bouwen!!
Als dat het konijn niet is
Hem kun je zoiets wel toevertrouwen
Hij koopt al een aantal blikjes fris
Bij de Aldi koopt hij dat
Daar is het mooi goedkoop
En ze zijn zo blij om hun schat
Ze gaan nog gezellig naar de bioscoop
Als de film is afgelopen
Weet het konijn wel wat te doen
Er is die avond heel wat afgezopen
Toch wel zonde van alle poen
Het konijntje huppelde daarna door het gras
Hij leek een beetje stoned
Dronken viel hij in een plas
Drijfnat bereikte hij het hol waar hij woont
Wat is nou de essentie van dit gedicht?
Tsja, al sla je me dood
Het is in ieder geval op iedereen gericht
Die geeft om andermans nood
. Je moet zeker blijven schrijven
