boodschappen
Van de week was ik één van mijn favoriete huishoudelijke taken aan het uitvoeren, boodschappen doen. Joepie, dat vind ik toch zo geweldig. Lekker met je karretje door de winkel scheuren en anderen tegen de enkels rijden. Veel mensen die net als ik met een chagrijnige kop door winkel lopen te paraderen. Stampvoetende kinderen, lege schappen en vakkenvullers die genieten van hun werk, maken van het boodschappen doen nog meer een feest.
Nou, ik liep daar dus met mijn mandje, een karretje had ik deze keer gelukkig niet nodig. Ik had trouwens verbazendwekkend weinig nodig. Mijn buit: kaas, gehakt, pringles en sigaretten. Dus al snel kon ik aansluiten in de rij. Helaas had ik geen goede tijd uitgekozen voor mijn favoriete bezigheid en kon ik halverwege de diepvries op mijn beurt gaan staan wachten. Eigenlijk ook raar dat we met zijn allen geduldig wachten totdat er weer een aantal euro uit de portemonnee verdwijnt, maar goed dat is nu niet van toepassing.
Gelukkig had de caissière gezien dat ik het geweldig leuk vond en riep er speciaal voor mij een kassa bij. Na drie wachtenden voor me kon ik mijn boodschappen op de band mikken en het mandje zette ik weer netjes op zijn plek. Maar wat op een relatief rustige boodschappensessie leek, veranderde in één keer in een sessie waarin mijn vriendelijkheid, geduldigheid en empathisch vermogen aardig op de proef werden gesteld.
Ik keek de caissière aan en ik kreeg al een vreemd voorgevoel van dat me iets te wachten stond, maar tot dusver niks aan de hand.De caissière had haar dag niet. Zelfs een “goede middag” kon er niet van af. Maar ja, ik heb mijn dag ook weleens niet. De caissière schoof de boodschappen over de scanner en ik rekende af. Zonder een “goede middag” kon ik ook weer verdwijnen. Dacht ik.
Op het moment dat ik me omdraai om mijn boodschappen op te pakken zie ik dat er nog maar drie van de vier producten op de band liggen. Huh!? Ik keek om me heen en zeg tegen de toch al spraakzame cassière “mijn gehakt is weg, ik ben zo terug” en ik liep zonder mijn wisselgeld naar buiten om te kijken of ik mijn voorganger nog zag. Daar zag ik niemand meer. Ik draaide me weer om en liep terug. De caissière gaf me mijn wisselgeld terug en ze stond op zonder maar ook 1 woord te zeggen.
Vanaf dat moment is specifiek die caissière in mijn hoofd officieel benoemd tot bliepmiep. Ik had echt zoiets van wat overkomt mij nu weer. Dat mijn gehakt gestolen was daaraan toe, maar dat die bliepmiep die blijkbaar haar dag niet had en haar tong had in geslikt, niks anders deed dan schaapachtig kijken, opstaan, weglopen en niet meer terug komen, dat maakte me boos en overdondert. Ik bleef staan, in de hoop dat ze terug kwam. En ja hoor, bliepmiep kwam terug, helaas niet voor mij. Ze ging weer achter de kassa zitten.
Op dat moment kwam mijn reddende engel. Een potige, roodharige bedrijfsleidster die een probleem van een andere klant kwam oplossen. Dat was mijn moment, ik liep op de bedrijfsleidster af en legde mijn probleem voor. Ik vertelde ook dat het gehakt het probleem niet zo zeer was, maar de manier waarop ik werd behandeld door de desbetreffende bliepmiep. Deze bedrijfsleidster luisterde naar mij en hoera! Zij kon wel praten. Ze vertelde ook dat ze bliepmiep ging uitleggen hoe je sociaal moet zijn, maar ze had er een hard hoofd in want bliepmiep, was geen makkelijk meisje. En natuurlijk kreeg ik mijn gehakt terug. Ik bedankte de bedrijfsleidster en liep al denkend naar de auto.
Eenmaal in de auto bedacht ik me, dat ook boodschappen doen erg avontuurlijk kan zijn. Mijn hobby, nee dat zal het nooit worden.
|