In de oosterse filosofieën wordt altijd gezegd dat het 'ik' niet bestaat.
Ik denk dat wat daarmee bedoeld wordt is, dat de gebeurtenissen in ons leven niet persoonlijk van aard zijn.
Dat is iets wat moeilijk uit te leggen is, je kan er eigenlijk geen woorden aan geven. Je kunt elke gebeurtenis rond jouw persoon namelijk zowel op een persoonlijke als een onpersoonlijke manier uitleggen of voelen.
Vaak wordt er in die oosterse filosofieën ook gezegd dat jij niets doet, maar dat het grote geheel alles doet. Dit lijkt dan te leiden tot conclusies als dat alles deterministisch is en dat vrije wil niet bestaat.
Als dingen onpersoonlijk zijn dan betekent dat dat hun voorkomen niets over jou zegt. Je kunt een fout maken, maar dat zegt niets over jou. Iemand kan iets naar je roepen, maar dat heeft geen betrekking op iets wat je "ik" kan noemen. Ook bij degene die roept, is het niet persoonlijk. Alles wat er gebeurt, is dat er een mens is en die is misschien boos, en er is een andere mens en daar is hij boos op, en het hadden, op een bepaalde manier bekeken, net zo goed twee anderen kunnen zijn.
Als jij iets fout doet, en hij is boos op jou, dan is hij niet boos op jou, maar op het feit dat je iets verkeerd deed. Zou een andere mens exact hetzelfde hebben gedaan, dan zou hij daar boos op zijn geweest. Het is dus niet persoonlijk: het gebeurde doet geen uitspraak over jouw identiteit... of iets wat betrekking heeft op jouw identiteit als individueel persoon.
Vaak loop ik in gedachten verzonken over straat, soms heb ik het door, vaak ook niet. Als ik het wel door heb, ben ik vaak nog steeds zo betrokken bij die gedachten, dat ik er niet van een afstandje naar kan kijken. Ik kan mezelf niet gewoon zien als "iemand die aan het denken is". Mijn gedachten gaan dan over zaken die ik als zeer persoonlijk ervaar, en vaak zijn het dan dingen die iets negatiefs over mij zeggen. Als ik dan afstand kan nemen en het als onpersoonlijk kan zien, besef ik dat er hier gewoon sprake is van gebeurtenissen, en niets meer dan dat.
Dit raakt aan het determinisme: alles wat door je heen gaat, in de trant van gedachten, gevoelens, en anderssoortige oorzaak-gevolg reacties, zijn niets meer dan dat: zij werden door iets veroorzaakt dat volgens de gewone opvatting buiten je bestaat. Dat is alle informatie die je ooit tot je hebt genomen, inclusief alle vormen van zintuigelijke prikkels, en inclusief de genen waarmee je op aarde bent gekomen. Er vindt een stroom plaats van informatie die door de grens van je wezen trekt, deel gaat uitmaken van je wezenlijke proces, en via andere manieren weer je wezen verlaat. Dit zijn allen causale interacties.
Als diezelfde interacties plaats zouden hebben in een rots of een steen, zouden we ze niet persoonlijk maken. We zouden niet zeggen dat het splijten van een steen iets persoonlijks zegt over die steen. Nee, er treedt gewoon een invloed van buiten op, dat heeft een bepaalde werking, en een bepaald resultaat.
We zouden zelfs kunnen beweren dat er helemaal geen buiten is: een deel van het universum heeft een werking op een ander deel van het universum; ware scheidslijnen bestaan niet, alles is een groot geünificeerd energieveld. Dat geldt ook voor jouw 'persoon'. Mensen reageren op je, jij reageert daar weer op. Dat is alles, dat is wat gebeurt. Dat is wat gebeurt. Het zijn gebeurtenissen. Gebeurtenissen bevatten geen element van persoonlijk falen. Schuld kan niet bestaan rond gebeurtenissen.
Als ik naar een leuk meisje kijk op straat, dan vat ik dat heel persoonlijk op. Ik ervaar een interactie die iets zegt over mij, en meestal 'faal' ik. Vaak voel ik mezelf tekort schieten op de een of andere manier. Ik ervaar de reactie van de vrouw als iets wat iets zegt over mij en dan voel ik me vaak heel slecht. Het is alsof ik mezelf straf door me slecht te voelen over iets dat verder weinig betekenis heeft. Jongens kijken al sinds het begin der tijden naar meisjes en veel zal er niet aan veranderen. Ook de persoon die ik ben - laten we zeggen, het wezen dat ik ben - is niet uitzonderlijk, het kijkt op een bepaalde manier vanuit bepaalde gevoelens, er vindt een interactie plaats, hoe klein ook, en de twee gaan weer uit elkaar. Zelfs alle zaken die betrekking hebben op mijn 'persoon', zoals hoe ik er uit zie, hoe ik kijk, hoe ik me voel, etcetera, zijn niet meer dan gebeurtenissen in het eeuwige moment. Er is geen 'ik' dat deze dingen samenbindt. Zou ik me bewust zijn van deze onpersoonlijke aard, dan zou alle gevoel van falen, schuld, of minderwaardigheid, uit de ervaring verdwijnen.
Mensen zeggen vaak: je moet het niet persoonlijk opvatten, en ik denk dat ze dit ermee bedoelen.
Als ik het onpersoonlijk opvat, krijg ik toegang tot m'n hart. Ik besef me dat al het denken wat ik doe, vrij betekenisloos is. En dat mijn hart ook kan denken, veel eenvoudiger, veel doeltreffender.
|