Het erkennen van een metafysische entiteit prevaleert over het erkennen van een zelfbewust mens dat zelf ook slachtoffer is van die boosaardige entiteit. Kennelijk komt na de in bezit name door dat monster de eigenheid van de persoon in kwestie. Toch kun je je afvragen in hoeverre het hier in oprecht geloof gaat, want staat de angst voor kwaaddoenerij wel in verhouding tot de obscene ontkenning van de persoon in kwestie? Iedereen hier zal 'nee!' zeggen, maar ik doel op de psychologische toestand van de 'daders'. Ik krijg haast het vermoeden dat de demon een excuus vormde voor perverse handelingen die het daglicht niet konden verdragen, terwijl dit de demon enkel kwader zou kunnen maken. Publieke vernedering zou denk ik nog effectiever geweest zijn, en exorcisme. Vaak worden metafysische fenomenen aangegrepen als excuus om lucht te kunnen geven aan driften die te lang ontkend zijn. Het zou in zekere zin dus voldoening moeten geven om de marteling uit te voeren. Ik zou de dader daarom nog eerder als bijvoorbeeld een impotente sadist inschatten dan als een godsvruchtige sociaalvoelende die het beste wil voor de samenleving.
Hoe bewijs je overigens dat het slachtoffer zelf ook smeekte om de dood? En is dit enerzijds dan geen hersenspoeling, doordat hem van alles verteld wordt om hem eronder te houden, of is dit anderzijds misschien gewoon een symptoom van te lange en te zware foltering, die de dood tot een opluchting maken? HEt blijkt dat het trauma van intense foltering het zelf dusdanig vernietigt en de individuele integriteit zodanig aantast, dat de dood als enige middel overblijft om in het reine met dat zelf te komen.
_________________ 'The real act of discovery consists not in finding new lands but in seeing with new eyes.' - Marcel Proust
|