Citeer:
Dankzij de wetenschap weten we op het gebied van materie (ons menselijk lichaam meegerekend) steeds meer en weten we van ons bewustzijn steeds minder [1] . De vraag wie zijn wij kun je met wetenschap niet oplossen [2] , tenzij je als wetenschapper buiten de wetenschap gaat staan [3] .
Ad 1: Waarom? Je kunt wel raden dat ik het hier niet mee eens ben. De wetenschap in algemene zin heeft wel degelijk bijgedragen aan ons bewuste zijn. Een reeks geschiedenisboeken op de plank leren dat gedachten, concepten, perspectief en bevattingsvermogen in de loop der eeuwen zijn veranderd, al dan niet direct in sterke samenhang met technische ontwikkeling, theorievorming en nieuwe paradigma's. Het ene sluit het andere alles behalve uit. De uitspraak zoals de jouwe is naar mijn idee het typische, en niet onbegrijpelijke, product van deze tijd, maar in iedere tijd kent men een bepaalde nostalgie die 'iets' meent te zien in land vervlogen tijden.
Ad 2: Dat is maar de vraag. De geesteswetenschappen, en ruimer geformuleerd de menswetenschappen, hebben duidelijk bijgedragen aan een gedegen kennis omtrent de mens, zijn roerselen, uitingsmogelijkheden, gedrag, geloof, manier van denken, behoeftes enzovoort. Denk aan de psychologie, sociologie, antropologie, filosofie, mythologie. Ze beschrijven allemaal de producten van de mens, en de psyche is er paradoxaal genoeg ook een van, zo durf ik te stellen. Waarom zou het dat niet zijn?
Ad 3: Er is altijd een kader om een kader, en volledige objectiviteit is nu eenmaal niet haalbaar. Ten mínste sinds M. Foucault weten we dat iedereen 'vast zit' in een bepaald
discours, dat o.a. tijd- en plaatsgebonden is. Je kunt nooit vollédig onafhankelijk denken. Wel kun je nog eens kritisch recapituleren m.b.t. wetenschappelijk bedrijf, en dat is o.a. wat de wetenschapsfilosofie poogt te doen. Denk bijvoorbeeld aan K. Popper.