ik schrijf zo wel ns van die xtreem vage verhalen, die dan, zo men zegt, uit mijn geest ontspringen. doe ik eigenlijk al levenslang geloof ik, en dit is ook zo'n vondst...uit de laatste bundel van Theodoor & Wim®©!!! (primeur!!)
THEODOOR EN WIM IN :
DE ABCOUDE UREN
1. Theo, maak ‘t (toch) niet zo bont!!!
“Vietnam” riepen er een paar. “Waar is Vietnam??”
“Oh”, maar da’s niet zo moeilijk” zei Theo relaxed.
“Ik ga elk jaar met de bus naar Vietnam”.
De drie mannen keken elkaar een ogenblik aan.
Dit gaat natuurlijk heeeelemaal nergens over, dachten ze tegelijkertijd.
Waar het eigenlijk om ging, was dat Theo in z’n huiskamer zat en Wim midden in de kamer broodjes aan het bakken was, in de broodrooster die daarvoor ma de verhuizing heen was gebracht.
“Wil je ook zo’n lekker broodje?”. Wim had het eerste broodje al klaar.
“Ja”, zei de gier die er stilletjes bij was komen zitten.
“DE GIER, LEEFT DIE DAN NOG?!” Theo was de eerste die wegrende, want de gier was zat!
“En da’s levensgevaarlijk”.
Gelukkig wist Wim met een bezem het zatte gedrocht per direct naar buiten te werken.
“Pfoe”, zei Theo. “Dat scheelde nikss…” Wim gaf Theo een nieuw broodje aan.
“Ah, m’n broodje” en kalmpjes smikkelde Theo van het broodje.
Ondertussen zette Wim de radio aan en daar klonk het weldra uit: “Station Abcoude is gisteren verbouwd”….
Theo overschreeuwde het geheel zonder aarzelen: “Abcoude?!?! Rijden daar nog treinen naartoe???”
Verbaast als een pasgeboren schildpadje keek Theodoor naar Wim. Wim, kerel, pak je spullen! We gaan naar Abcoude!!”
Zevenenveertig lange minuten later zaten de 2 helden alweer in de trein naar Abcoude.
Wim sidderde, het was abnormaal koud in de trein.
De man die naast hem zat keen de geschrokken Wim aan en vroeg ‘m: “Jullie komen zeker ook uit Driebergen?” waarna jij weer naar buiten keek.
Het bleef even stil, en de trein stopte.
“Oh, de gier moet d’r effe langs. Maar ohohoh als die patat op heb!!” braasde Theo.
‘Nou, wat dan” vroeg wim onthutst.
“Dan sjeeeiit ‘ie de heeele trein onder” riep Theo keihard en bulderend van het lachen…
“En we kommen nie uit Driebergen, KNUL”zei hij daarna tegen het omaatje naast hem. Het omaatje stond snel op en ging een plekje naar achteren zitten.
De man bij het raam was het zat en zei ten einde raad “ik kom wel uit Driebergen”.
Zijn dromen van een gezellig gesprek met onze Theo & Wim vervlogen met de bomen, de rails, en het traject…
En daar kwam de conducteur, een bebaarde man met een lange leren jas, al aan, die het schouwspel onderbrak met een abrubte wending van het lot…
Theo liet netjes getimed z’n OV-jaarkaart zien. De man keek even opzij en brabbelde vaag iets binnensmonds: “Ja, mm, ja”.
Toen liep deze bebaarde man door naar de volgende wagon. Daar kwam nog een conducteur aan.
Tenminste, dat dacht Theo. Voor Theo waren namelijk alle mensen die je in de trein voorbij liepen conducteurs.
Dat bracht hem altijd in de war. “Zijn dat nu conducteurs, offfuuuu he” “Waar blijft de conducteur podver” en onderwijl keek Theo op z’n horloge.
Maar hij was zeker niet de minste. Toen ze op één of ander viezig stationnetje stopen, rende Theo de trein uit om voor elk een Mars te halen. Nog net op tijd schoof hij met zijn behaarde lichaam tussen de zich reeds sluitende treindeuren door, waarbij hij ernstig ten val kwam, en z’n baard kwam zelfs fftjes tussen de schuifdeuren klem te zitten…….
“JAAAA, da was lachen!!” riep hij toen hij het voorval tegen Wim vertelde. Niemand kon deze man, deze vent, deze knul, tegenhouden.. De Draak was los!!!
“Ah, Abcoude” verzuchtte hij slechts enige minuten later, met hele stukken Mars nog in z’n baard, denkende dat hij de Mars opgegeten had… Niets was echter minder waar en het leek allemaal anders dan het was…
Eindelijk stopte de trein dan. Theo & Wim hielpen de man , die naast hen beiden had gezeten, in zijn rolstoel en reden hem naar buiten. De man bleek Roel Tuinders te heten en liet zich altijd op ’t station afzetten om vervolgens door willekeurige voorbijgangers in willekeurige treinen geholpen te worden.
“De trein..” bracht hij met een volstrekt hese stem uit, “De trein, dat is iets prraaachtigs..” Met fonkelende en betraande oogjes nam Roel afscheid van Theodoor en Wim, die de stad ingingen…
“Abcoude, ik hoor het ze nog zeggen” was het laatste dat Wim zei voordat ze goed en wel achter de pittoreske torentjes van dit al even pittoreske plaatsje verdwenen waren…
_________________ enjoy the Now~remember the Magic~share the Gift!
|