Ik vind het leuk om zelf verhalen te schrijven en ik vroeg me af wat jullie ervan vinden en of jullie nog verbeter punten zien/hebben.
Stil loop ik naar binnen en kijk gehaast op mijn horloge. Nee hè? Het is al tien voor half negen. Hijgend smijt ik wat boeken in mijn kluisje en pak de vakken die ik nu heb. Het enige voordeel van zo laat komen is dat er geen klasgenoot te zien is, alleen dit is de derde keer dus dat word morgen vroeg melden. Nadat ik een briefje heb gehaald bij de conciërge loop ik genietend van de stilte door de school , richting het lokaal. Ik besluit om nog even een snel rondje door de school te lopen en dan naar de les te gaan. Wanneer ik de klas in loop beginnen ze al. “Ha Doornroosje, lekker geslapen? Begon de school te vroeg voor je?” roepen een paar klasgenoten. “Te laat briefje?” vraagt mijn Engels lerares en houd haar hand op, ik geef het te laat briefje en ga naast Danielle zitten. Ik voel dat ze al begonnen zijn met de propjes schieten en vis er eentje uit mijn haar, waarom kunnen ze me nou niet eens een keer met rust laten? Hopeloos kijk ik de klas rond in de hoop Chris te zien, maar er is geen spoor van hem. Chris ken ik al mijn hele leven lang en hij is de enige die een beetje voor me op komt in de klas. “Chantal your turn.” Klonk de stem van mevrouw Barendrecht en ik kijk snel op zij in het boek van Danielle om te zien waar we waren. “Maybe you should live in this World, perhaps?” vroeg ze me en gaf toen Danielle de beurt om verder te lezen. “Ah, word je uit je sprookjes wereld gehaald? Rustig maar hoor, er stopt toch geen prins op wit paard voor je.” Klinkt Andy zijn stem pesterig achter me, hoe lang duurt deze dag nog? Dacht ik hopeloos, maar ik wist dat we vandaag tot en met het achtste zat, dus het had weinig zin om me dat af te vragen. “Tomorrow you have to finish page two and three of you new workbook.” Galmt de stem van mevrouw Barendrecht door het lokaal. “Chantal you to.” Zegt ze er nog achter en de klas begint te lachen. Waarom nou weer? De bel gaat en zuchtend sta ik op en loop de gang op. “We hebben nu wiskunde.” Zegt Manouk tegen mij en loopt daarna weg. Ik lach spottend en loop door naar Nederlands, ik wist prima dat ik pas eind van de dag wiskunde hadden. Toen ik het lokaal Nederlands in liep was de halve klas er al, ook Manouk. Stil ga ik naast Judith zitten die meteen de andere kant op gaat zitten, druk met Manouk pratend. Natuurlijk, dacht ik en pak mijn spullen. “Judith en Manouk, hier voor aan de klas.” Zegt meneer Bisschop en klapt in zijn handen. “Sorry meneer.” Antwoordden ze beide slijmerig en ik moet wat kotsneigingen onderdrukken. “Ik heb jullie boekverslagen terug.” Zegt hij met een glimlach. “Laura? Wil jij ze uit delen.” Vraagt hij en geeft de stapel aan Laura. Terwijl Laura uit deelt komt ze uiteindelijk bij mij aan, na een por tussen mijn schouderbladen legt Laura het boekverslag net op het randje van de tafel waardoor die valt. “Oh, sorry hoor. Nerd.” Zegt ze en loopt door naar Andy en Max die ondertussen hard lachen. Mompelend pak ik mijn verslag van de grond af en kijk naar het cijfer. Ach, een 9.2 is toch niet zo nerdachtig? Nou oké, het is wel nerdachtig, maar mag ik dan tenminste ergens goed in zijn? Schrijven is het enige waar ik echt goed in ben alleen niemand ziet het. Dacht ik bij mezelf. De les gaat eigenlijk zoals die altijd gaat, meneer Bisschop vertelt een verhaal en gaat daarna uitleggen. Na de uitleg moeten ze zelfstandig gaan werken en begint de klas weer propjes te gooien. Ondertussen zit Justin met een potlood in mijn rug te prikken en ik begin kwaad te worden. “Kunnen jullie me nou niet eens één keer met rust laten?” vraag ik terwijl ik me kwaad omdraai. “Nee.” Zegt Justin simpel en tuft in mijn gezicht. “IK ZEI KAPPEN.” Schreeuw ik ineens, ik grijp mijn rugzak, loop het lokaal uit en sla de deur met een knal dicht. Boos loop ik door de gang en hoor nog vaag mijn Nederlands docent mijn naam roepen. Blind van de woede en de tranen loop ik naar beneden en laat me huilend tegen de kluisjes aan zakken. Ik was dit meer dan zat, zo ging het nou altijd. Als ik nou thuis was gebleven achter de computer bij de mensen die wel om mij gaven. Mijn vriendinnen die naar mij luisteren en mij vertrouwen. Het liefst sloot ik mezelf op in mijn kamer en zat ik de hele dag achter de computer. Waarom kon ik niet in de computer leven? Lekker de hele dag gezellig praten en leuke dingen doen met mijn vriendinnen. Ik veegde de tranen uit mijn ogen, haalde diep adem en stond op. Ik liep naar de conciërge en meldde me ziek, ik had geen zin meer in school. Ze konden het bekijken, dacht ik kwaad bij mezelf. Ik pakte mijn spullen uit mijn kluisje en liep naar mijn fiets. Nadat ik die van het dak van het fietsenhok af had gehaald fietste ik naar huis. Eenmaal thuis ging ik meteen naar boven en kroop ik achter de computer. Toen ik aanmeldde zag ik dat ik een bericht had. Ik opende hem en las hem.
Hi Chantie!
We komen morgen naar jou stad, je weet dat gebouw toch? Laten we daar afspreken. Als iedereen er is worden we eindelijk verlost van dit ellendige leven. Precies! We springen. Kom je of niet? Als je niet komt stuur dan even een berichtje terug, als je wel komt zien we je vanzelf wel. Kom wel op tijd! We zien je rond een uur of 3 middernacht.
x mii
Dat was precies wat ik ging doen, dacht ik bij mezelf. Langzaam verstreek de avond en uiteindelijk ging ik naar bed. Die nacht sluip ik stil naar beneden met mijn zaklamp stevig in mijn hand geklemd. Mijn hart klopt hevig door de zenuwen. Ik sluip langs de kamer van mijn ouders, met in mijn hoofd maar één ding: Vandaag was het zover! Stil loop ik van de trap af zodat niemand wakker wordt. Ik weet precies welke treden kraken en die sla ik dan ook over, de derde tree van boven, de zesde van onder en de tweede van onder. Ik liep naar buiten, het was stil en verlaten, wat nooit uit kwam want ik kon maar beter niet gezien worden. De thermometer in de tuin gaf aan dat het - één graden was, maar ik had het niet koud. Kwam het door de zenuwen? Ik loop naar de schuur, maar dan springt het licht ineens aan, helemaal vergeten dat, dat ding een bewegingssensor heeft. Ik kijk snel om me heen of ik misschien iemand anders wakker heb gemaakt, gelukkig is dat niet zo. Snel steek ik de sleutel in het slot en haal ik mijn fiets eruit, met een snelle beweging draai ik de deur weer op slot en stap op mijn fiets. Pas in het park durf ik mijn lichten aan te zetten. Ik parkeer mijn fiets voor het winkelcentrum waar alles nog donker is. Het ziet erg leeg en spookachtig uit zo. Half sluipend loop ik naar het gebouw waar we afgesproken hadden, de rest was er al. Dus dit waren de mensen die ik sprak via internet, natuurlijk! Dit waren de mensen die hetzelfde door maken als ik. Dit zijn de mensen die mij begrijpen, naar me willen luisteren en de tijd voor me nemen, die me niet meteen verrot schelden. Zonder iets tegen mekaar te zeggen lopen we naar boven, naar het dak. Ik voelde de wind door mijn haren waaien, hier waaide het duidelijk harder dan beneden. Heel even voelde ik mijn lijf rillen, kwam het door de kou of de zenuwen? Ik voel dat degene links van me mijn hand vast pakt en ik pak de hand van degene rechts van me. Vanaf hier kon ik de stad goed zien. De school waar ze me altijd in elkaar sloegen en me uitscholden, thuis waar ik werd genegeerd en als sloofje werd gebruikt, het winkelcentrum waar ik altijd alleen was en werd uitgescholden door mijn klasgenoten en genegeerd door de mensen die ik vroeger vrienden noemde. Iedereen deed een stap naar voren, dichter naar de rand. Mijn hart bonkte hevig en ik had het gevoel dat die uit mijn keel zou springen. Heel even dacht ik erover na om terug te gaan, weer mijn bed in. Ik was moe en dacht misschien niet helder na. Mijn hoofd bonkte en voelde zwaar aan. Ik was gekwetst door de ruzie die ik de vorige avond met mijn ouders had, mijn hart doet pijn door de vernederingen op school de afgelopen dagen. Ik hoorde en stem en toen sprong iedereen, ook ik. Ik zag een klein meisje, bont en blauw in een kleine donkere steeg. Tranen liepen over haar wangen, in iedere traan die over haar wang rolde weerspiegelde een deel van haar verleden en pijn. Ze zag er zo klein en onschuldig uit. Ze zat onder de blauwe plekken. Niemand wist hoe dat kwam of waar ze vandaan kwam, maar het maakte niet uit, niemand schonk er aandacht aan. Het was hun probleem toch ook niet? Iedereen was bezig met zijn eigen zaak en vond alleen zichzelf belangrijk, hoe anderen zich voelden interesseerden ze niet. Mensen zijn er alleen maar mee bezig hun eigen straatje schoon te vegen en het bij een ander te dumpen, laat het die maar oplossen. Zagen mensen niet wat voor pijn ze aanrichten met alleen maar woorden? Het zijn niet de klappen die het meisje pijn doen, maar de woorden. Na een hevige pijn werd alles zwart, de herinneringen vervaagden en het laatste wat er door mijn hoofd heen schoot was: nooit meer pijn.
"Mevrouw, het valt ons zwaar om u dit te vertellen maar.." de politieman valt even stil en kijkt de vrouw aan, die net haar dochter verloren is. Ze is bleek en de tranen lopen over haar wangen. De politieman haalt diep adem en vervolgt "Helaas moet ik u mededelen dat uw dochter zelfmoord heeft gepleegd." De vrouw begint nog harder te huilen en de man die naast haar staat slaat een arm om haar heen. "Heeft u misschien enig idee waardoor dat komt?" vraagt de politieman en richt zich tot de vader die moeite doet zijn tranen binnen te houden, de moeder die heeft de moed niet meer om te praten. "Het was te voorspellen." mompelt de man. "Ze werd steeds stiller en afweziger, steeds vaker ziek en zat altijd maar boven op haar kamer." "We zullen haar klasgenoten en mentor nog gaan ondervragen, wie is haar beste vriendin?" vraagt de agent. "Haar beste vriendin? Tessa en Maroussia vriendinnen van scouting. De ene keer gaat ze wat meer om met Tessa en de andere keer wat minder met Maroussia. Hoewel ze alle 3 de beste vriendinnen blijven." zegt de vader. "Goed, ik ga ze morgen opzoeken en ik zal u na afloop bellen." antwoord de politieman en vertrekt. Stil loopt de vrouw naar boven. Ze weet wel hoe ze erachter kan komen wat er met haar dochter gebeurd is. Stil loopt ze de kamer in en pakt het dagboek van haar dochter uit de la. Ze slaat open op de laatste bladzijde en begint te lezen.
Lief Dagboek,
Het is afgelopen, over, uit! Ik kap ermee ik heb er genoeg van! Ik ben dit rotleven zat! Mijn leven, mijn klasgenoten, de docenten, iedereen! Sorry voor mijn ouders maar ik kan zo niet meer verder gaan, het doet gewoon teveel pijn. En gister zijn mijn klasgenoten echt te ver gegaan en vandaag konden ze me ook alweer niet met rust laten. Wat er gister is gebeurd: Ik liep op school, zoals gewoonlijk te laat om de rest van mijn klas te ontlopen, maar ze hadden er rekening mee gehouden en Andy, Max en Justin stonden bij mijn kluisje te wachten en voordat ik het door had hadden ze me beet en tegen de kluisjes gesmeten. Dit is gewoon, mijn begroeting om te laten weten dat ze liever hadden dat ik niet bestond en ik laat hun wens nu in vervulling komen. Ik zet nu mijn laatste woorden op het papier, ik heb samen met wat mensen van internet afgesproken in Amsterdam. Wanneer ik daar eenmaal ben gaan we een gebouw of een trein uitzoeken en dan ben ik eindelijk uit mijn leiden verlost. Nogmaals sorry voor mijn ouders maar ze kunnen toch niets doen. Ik ben gewoon een rot kind en iedereen heeft een hekel aan me.
-xXx- Chantal
_________________ Chatpromo
[Tut] 17:57: Vrouwen... [Tut] 17:57: Labiele wezens [Misoyama] 17:57: idd Tut [Misoyama] 17:57: jij snapt t kerel [Butterfly12] 17:57: hahaha [Tut] 17:57: Ja he [Tut] 17:58: Wij mannen, wij zijn anders
|